Bestaat de hypoallergene hond?

De zin en onzin van de hypoallergene hond

De Labradoodle of andere Poedel kruisingen zijn niet meer weg te denken uit het straatbeeld. Deze krullenbollen zijn de laatste jaren enorm gestegen in populariteit. Naast dat het natuurlijk ontzettend leuke en lieve honden zijn, hebben zij dit mede te danken aan hun hypoallergene imago. Er is echter geen wetenschappelijk bewijs dat de 100% hypoallergene hond bestaat. Iemand die een allergie heeft voor honden kan dus nog steeds een reactie krijgen als ze in de buurt zijn van deze hondenrassen.

Allergisch voor honden

Een allergische reactie op honden geeft meestal klachten als jeukende, rode of tranende ogen, een loopneus of verstopte neus, hoesten of benauwdheid. Deze klachten kunnen plotseling komen opzetten en in sommige gevallen al enkele minuten na het contact met het dier. Er wordt vaak gedacht dat mensen allergisch zijn voor de haren van huisdieren en daarom worden honden die nauwelijks verharen als hypoallergeen beschouwd. Dit is een veelgemaakte fout, want de allergische reactie wordt meestal uitgelokt door allergenen in speeksel, talgklieren, urine en andere uitscheidingen van dieren. Wanneer deze allergenen in de vacht terecht komen, kunnen ze vervolgens door haren en huidschilfers worden verspreid. Een hond die nagenoeg niet verhaart of zelfs helemaal haarloos is, heeft wel huidschilfers en speeksel en daarmee ook potentiële allergenen op zich. Hierdoor is er geen enkele hond die 100% hypoallergeen is.

Zogenaamde hypoallergene rassen en kruisingen

De hondenrassen die het meest bekend staan als ‘hypoallergeen’, zijn de Australian Labradoodle, de Labradoodle,andere Poedel kruisingen (-doodle/-poo’s), de Naakthond en de Waterhond. De populariteit van al deze rassen en kruisingen is enorm gestegen. Mensen die allergisch zijn voor honden denken vaak dat deze honden geen problemen zullen opleveren op hun gezondheid. Als de pup eenmaal in huis is, blijkt het tegendeel vaak waar en zal de hond al vaak snel weer moeten verhuizen naar een nieuw huis. Probeer daarom als toekomstige allergische eigenaar altijd eerst uit hoe het zal zijn om met een hond van het desbetreffende ras in een ruimte te zitten. Merk je dat je na het contact met deze hond last krijgt van allergische klachten, dan is het blijkbaar niet een geschikt ras voor jou.

(Labra)doodles en Poo’s

De ene Labradoodle is de andere niet, wees daarop alert. De Australian Labradoodle wordt gefokt in een gesloten populatie en er zijn vaak rasclubs en afstammingsbewijzen bij betrokken. Oorspronkelijk is het een mix geweest tussen de Labrador Retriever en Poedel. Daarna is deze verder gekruist met de Ierse Water Spaniël, Curly Coated Retriever en de Cocker Spaniël. Het resultaat is de Australian Labradoodle zoals we hem nu kennen. Daarnaast heb je de Labradoodle, die voortkomt uit enkel een kruising tussen de Labrador Retriever en de Poedel. Binnen deze kruising zijn er verschillende generaties:

• F1 Labradoodle = Labrador Retriever x Poedel

• F2 Labradoodle = F1 Labradoodle x F1 Labradoodle

• F3 Labradoodle = F2 Labradoodle x F2 Labradoodle

• F2/F1B Labradoodle = F1 Labradoodle x Poedel

Tegenwoordig worden ook veel andere hondenrassen gekruist met de Poedel. Deze kruisingen zijn ook nog steeds niet hypoallergeen en daarnaast weet je niet in hoeverre de puppy’s de eigenschappen van hun moeder of van hun vader overerven. Wil je graag een doodle of poo kruising? Zorg dat de rassen van beide ouders je aanspreken, want niet iedere doodle of poo kruising heeft dezelfde karaktereigenschappen. Let ook op het karakter van de pups zelf. Binnen een nestje kunnen de puppy’s ook weer van elkaar verschillen.

Hoe zit het met de gezondheid van de hond

Naast de klachten die de hypoallergene honden bij mensen kunnen opwekken, hebben zij zelf ook vaak last van (erfelijke) gebreken. De naakthond mist de beschermende functie van een vacht en kunnen daarnaast een onvolledig of slecht gebit hebben. De hypoallergene honden met lang haar hebben vaker last van huidproblemen- en infecties en van oogontstekingen. Ook blijken hypoallergene honden vaak zelf een allergie te hebben, zoals voedselallergie of een allergie voor iets uit de omgeving. Veel van deze hondenrassen zijn geselecteerd op hun vacht en daarop uitgekozen om verder mee te fokken. Het resultaat hiervan is dat aantal van deze rassen een vrij kleine genenpool hebben wat de kans op erfelijke afwijkingen vergroot.

Bij het uitkiezen van een hond is het altijd belangrijker dat je eerst kijkt naar het karakter van de hond. Een veelgemaakte fout is om te kiezen voor de schattigste of mooiste puppy, maar vergeet niet dat deze puppy’s ook uitgroeien tot volwassen honden met hun bijbehorende behoeften.